‘Wijn- en eetschrijver’, zo noemt Harold Hamersma zich sinds het onlangs verschijnen van De vrouw die water liet aanbranden (Ambo|Anthos € 21,99). Het is min of meer het tweede deel van zijn memoires; het eerste ging over zijn jeugd in de Amsterdamse Pijp. Dit keer is zijn gang richting zijn huidige beroep het onderwerp. Weer krijgt zijn moeder een prominente plek; de titel getuigt ervan. Dat ‘eetschrijver’ vat hij trouwens letterlijker op dan de bedenker van die term, Gerrit Jan Groothedde. Die kookt namelijk, Harold niet. Hij eet wat zijn vrouw Karin bereidt. Gelukkig doet zij dat bijzonder goed, een schril contrast met de overigens geliefde mama Hamersma. Harolds jaren van dat ene culinaire uiterste naar het andere zijn de draad van dit boek, een draad gedrenkt in wijn van allerhande aard. Hamersma schrijft meer dan vaardig, zo smeuïg vind je het niet snel. De verhalen kolken en bruisen voorbij, zo zeer dat ik af en toe het boek moest wegleggen. Hoog op smaak en minstens 14,5 procent alcohol. Maar smullen is het.
Houden de Hamersmaatjes van tuinbonen? Wis en waarachtig. Harold meldt dol te zijn op bonen in het algemeen en speciaal op de verse die hun naam indachtig uit tuinen komen. Alleen heeft Karin de neiging om ze te dubbeldoppen, hoor ik. Niks mis mee, heel mindful en zo, maar aan de start van het seizoen – nu – vind ik ze mét hun wat bittere velletje het lekkerst. Nu zijn ze immers nog klein en teer. Dat betekent dat je na het enkele doppen al hinderlijk weinig overhoudt; van de aangerade twee kilo in onderstaand recept rest misschien maar 400 gram.
Tuinboontjes met dille en feta
Half hoofdgerecht voor 2 personen
2 kg verse jonge tuinbonen
200 g feta, in plakken of verkruimeld
1 bosje dille
genoeg uitstekende olijfolie
optioneel: plakken parmaham
Haal de tuinbonen uit hun ‘schok’. Hun peul, precies. Kook ze in goed gezouten water beetgaar in 5-8 minuten. Echt kleintjes hebben nog minder tijd nodig; proef om het zeker te weten.
Rits de blaadjes van de takken dille en snijd ze fijn. Giet de tuinboontjes af en meng er de dille, flink goede olijfolie en wellicht wat vers gedraaide peper door. Bekroon met de feta. Carnivoren eten er een plak of wat goede gedroogde ham bij en voor iedereen lijkt me goed brood een fijn idee. Wijn? Vermentino. Mag van Sardinië of Corsica, uit Toscane of vermomd als rolle uit Zuid-Frankrijk.
2 reacties op “Tuinboontjes met feta en dille”
Hoe simpel kan een maaltijd zijn!
Heerlijk!
Wist niet zeker of het nu warm of koud gegeten moest worden.
Waarschijnlijk kan het allebei.
Op dag van maken lauwwarm gegeten en restje dag erna koud.
Allebei zalig!
Maar vraag me toch af hoe het bedoeld was.
Warm of koud.
Morgen op de markt iig nieuwe zak tuinbonen halen.
4 kilo deze keer!!!
Ik at het warm. Maar inderdaad, koud werkt net zo goed. Je kunt dan overwegen om er nog een kneepje citroensap over te doen, om het fris te maken.