Vis, kool en aardappelen. Niet echt zomereten in mijn beleving, maar in die van de vissers rond de Zuiderzee vroeger wel. Ze hadden gewoon geen keus, want dat was wat ze konden betalen of, beter, zelf produceren. Ik was weer eens bij het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen, dat dit seizoen helemaal in het teken staat van het culinaire. Dat betekent kroketten van gerookte haring en zoete wafels van aardappel op het menu van het restaurant (lekker!) en in het Binnenmuseum een net geopende expositie over dat trio van voedzaamheden, van het vissen en telen via de handel tot het oppeuzelen ervan, onder de titel ‘Aan tafel!’ Ik vond het een feest om al het historische materiaal, filmpjes, foto’s, voorwerpen en installaties aan elkaar geregen te zien tot een zinderend verhaal. Er lagen tevens recepten om mee te nemen, maar die waren me niet zomers genoeg van aard. Een schone taak om iets lichtvoetigers te bedenken. Waarom niet op basis van sprotjes, die ik in het Buitenmuseum zó uit de rookkast had geproefd? En de Opperdoezer aardappeltjes, ook uit West-Friesland, zijn er weer. Een salade wordt het, met de betrekkelijke nieuwkomer spitskool (kenden de vissers vroeger niet) en de luxe citroen. Die was voor 1932, toen de voltooiing van de Afsluitdijk de vissershistorie van richting deed veranderen, een dure frats. Wie authentieker wil, grijpt naar de azijnfles.

 

Zomersalade met Opperdoezers, kool en sprot

Lunchgerecht voor 4 personen

 

600 g Opperdoezers (of andere vastkokende aardappelen)

2 dikke eetlepels mayonaise

4 eetlepels water

1 citroen

150 g dun geschaafde of gesneden spitskool

3 lente-uitjes, kleingesneden

handje verse peterselie, liefst platte, gehakt

300 g gerookte-sprotfilet (maar makreel kan ook)

 

Kook de aardappelen ongeschild beetgaar in water zonder zout (zout gaat toch niet door de schil heen) in circa 17 minuten. Spoel ze kort koud en trek het velletje eraf. Snijd ze zo nodig in kleinere stukken en meng subiet met zout, mayo, water en een kneep citroensap. Laat verder afkoelen. Meng als ze echt hun warmte kwijt zijn met de kool, lente-ui en peterselie. Controleer weer op smaak – koude gerechten hebben meer nodig dan warme – en doe nog iets met zout en citroensapen gebruik wat water als het te compact blijkt. Waaghalzen raspen wat van de citroenschil voor een opgeruimd aroma. Breek of snijd de sprotfilet in stukjes en meng die voorzichtig door de salade. Garneer met meer groen van lente-ui of peterselie.

Noot: ik merkte op de sociale media dat velen zich afvragen wat nou het seizoen van de Opperdoezers is. Zo rond 1 juni start het seizoen (daarvoor zijn ze er al uit koude folietunnels) en eind augustus worden de laatste gerooid. Meer info: klik hier.