Zijn de Wiener schnitzels in Wenen echt zo groot als deurmatten? Die vraag siert zelfs de toeristenfolders. En je ziet de tekstschrijvers zo ongeveer grijnzen op de achtergrond. Want ja, vooropgesteld dat je niet een hele grote deur hebt, klopt het echt. Net aangekomen dobberden we al meteen in zo’n eerste bijna zwoele lenteavond binnen bij Figlmüller. Zomaar, ongepland, straatje in, straatje uit, hoek om, steeg door en bom! binnen bij een bijna Disneyachtige uitvoering van een Weens restaurant. Druk was het er, met houten tafels, met aanschuiven bij anderen en met wijn die in glazen bierpulletjes geschonken werd. Geel licht sausde het interieur, ronkend stemrumoer was de enige muziek. En de schnitzels? Rond, meine Damen und Herren, met een doorsnee van 30 centimeter.
Dat is groot, dat is echt groot, pak er maar een liniaal bij. Kalfsvlees, uitgeklopt tot niet meer dan twee millemeter dik, netjes door de bloem gehaald, door ei, door broodkruim, en daarna – zo vertelt hun eigen website – in 30 seconden in hete olie gebakken. Deze schnitzels hingen niet aan twee kanten, maar overal over het bord heen.
Oostenrijkse consommé met omeletreepjes
Voor 4 personen:
50 gram bloem
1 ei
250 ml melk
olie
0,8 liter rundvleesbouillon
handvol gehakte peterselie en/of bieslook