Mijn vrouw kijkt me wegend aan. Ik ben ook niet helemaal normaal, deze dagen. Ik zweef, ik grijns, ik knuffel. ‘Verliefd’, zegt u. Ja, zo’n gevoel is het. Maar het komt gewoon door het naderende voorjaar. Zodoende heb ik gisteren een fles rode Martini gekocht. Ik herkende in de winkel de fles niet eens – die is modern en zwart geworden – dus kun je nagaan hoe lang het geleden is dat ik zo’n aanschaf deed.

Ergens in de prille lente van 1987 vierden mijn vrouw en ik het leven met een plastic glas Martini, gekocht bij een stalletje in het stadspark van Sesto Fiorentino. Klontjes ijs, een plakje sinaasappel erin, dikke jassen en een bankje onder een nog kale boom. Wij woonden toen in Toscane en de winter was lang en grauw geweest. Bij een eerste zonnetje hoorde het kruidige bitterzoet van vermout, besloten we, en een tijd lang hielden we dat vol. Tot luiers en deadlines ons afleidden. Maar nu was hij er weer, mijn huppelende lentefles Martini. Waarvan ik overigens bij de aanschaf al wist dat hij niet leeg ging raken. Zo vaak schijnt de zon niet in februari en een sentimentele traditie gum je uit door hem tien dagen achter elkaar te vieren. Oplossing: verwerken dat spul. Gebruiken in anderszins consumeerde zaken. De noodzaak tot het produceren van een toetje voor gasten gisteren, bracht me op het idee.

 

Griesmeelpudding met vermout en granaatappel

Voor 4 personen

 

35 + 35 g suiker

45 g griesmeel naturel

snufje zout

½ l volle melk

1 eetlepel oranjebloesemwater (facultatief)

1 granaatappel

100 ml rode vermout

100 ml rodebessensap

 

Meng 35 gram suiker met het griesmeel en het snufje zout. Verhit de melk met het oranjebloesemwater en strooi er zodra het kookt het griesmeelmengsel in. Roer en laat heel zachtjes 2 minuten koken. Spoel een vormpje om met koud water en giet de griesmeelpap erin. Dek af met plastic folie, laat afkoelen en zet daarna minstens 3 uur in de koelkast.

Haal de pitjes uit de granaatappel (op het internet barst het van de instructieve filmpjes). Doe de vermout in een steelpannetje en laat hem zachtjes 3 minuten koken. Voeg het bessensap en 35 gram suiker toe en los de suiker al roerende op. Roer het aardappelmeel los met een minidrupje water en voeg al roerend bij de saus. Laat zachtjes 1 minuut koken. Draai het vuur uit en doe lekker veel van de granaatappelpitten in de saus. Laat afkoelen en zet in de koelkast.

Stort de pudding en serveer met de saus.