Wij zijn minder gaan eten, de laatste generaties Nederlanders, op wat uitzonderingen na. Nou ja, dat zouden we moeten doen. Pubers, zeker de mannetjes, verstouwen nog onwaarschijnlijk veel voedsel, maar de gemiddelde volwassene heeft heus minder calorieën nodig dan voorheen. Als daarover gesproken of geschreven wordt komt dikwijls het argument omhoog dat we vroeger meer bewogen, gewoon door lichamelijke arbeid. Maar ook in de jaren 50 waren er mensen die op een kantoor zaten. Een factor die zelden genoemd wordt is de verwarming. Huizen waren kouder (goed, vroeger was het ook buiten kouder), niet alleen of niet zozeer in de woonkamer, maar in de andere vertrekken. Die waren doorgaans onverwarmd. En reken maar dat het energie kost om de kou aan te kunnen.

Allemaal opmaat voor een recept met pannenkoeken. Boeren aten een eeuw geleden graag pannenkoeken vooraf en erwtensoep toe, zo meldt Jozien Jobse in Eenvoudig maar voedzaam, Cultuurgeschiedenis van de dagelijkse maaltijd in Nederland. Maar zij waren een uitzondering. In diezelfde tijd creëerde Auguste Escoffier een exquise variatie op de pannenkoek, als dessert natuurlijk, voor de kroonprins van Engeland. Crêpes Edward wou hij het noemen, maar de prins stond erop dat zijn tafeldame de eer zou krijgen. Flensjes met sinaasappel daarom voor Suzanne Reichenberg, roepnaam Suzette. Ik wou echter appel in plaats van sinaasappel en calvados in plaats van Grand Marnier. Alors… crêpes Juliette?

 

Flensjes met appel en calvados

Nagerecht voor 2 personen

 

1 appel (jonagold bv), geschild, in kleine stukjes

25 + 10 gram suiker

200 ml melk

2 eieren

100 g bloem

Snufje zout

4 eetlepels calvados

75 g boter of iets meer

 

Doe stukjes appel met 25 gram suiker en 15 gram boter in een koekenpan en bak op halfhoog vuur tot de appel zacht is en begint te kleuren en te karamelliseren. Bewaar warm.

Mix de melk, eieren, bloem en zout tot een beslag. Bak er telkens met een klontje boter flensjes van; 4 of 5 flensjes haal je er wel uit. We hebben er maar twee nodig, dus bewaar de rest voor de volgende ochtend.

Neem een grotere koekenpan en schenk er de calvados in. Wie wil, flambeert: pan een beetje schuin bij een grote vlam en woesh! Pas op voor je afzuigkap. Doe 25 gram boter en 10 gram suiker erbij, laat smelten en warm er de flensjes in. Vouw ze op, lepel er de boter goed over. Schep op de borden en verdeel de warme stukjes appel erover.