Toetjes, voor heel veel mensen zijn ze het hoogtepunt van de dag, het houvast in gestreste tijden, het licht aan het eind van de culinaire tunnel. De hartige hap die eraan voorafgaat is vaak niet lekker want niet hartig genoeg, omdat die idiote zoutangst erin gehamerd wordt. U kent ze, mensen die slecht koken, zelfs of misschien wel vooral degenen die de pakjes en zakjes afwijzen en zelf hun broccoli en aardappels van smaak ontdoen in pannen flauw water. Die sloebers langetanden hun bord leeg omdat het moet, omdat ze het idee hebben dat ze daarmee gezond doen, dat ze die vermaledijde ‘essentiële vitaminen en mineralen’ binnenkrijgen. Het aardse culitranendal moet doorgestrompeld worden maar voor de verlossing hoef je niet een taai leven lang te leven en daarna dood te gaan, welnee, ’s avonds al is daar het hemelse zoet in de vorm van pudding, vla, chocolademousse, soms zelfgemaakt, vaker aangeschaft al confectiedessert bij die welwillende supermarkt.
Toetjes zijn lekker. Jazeker, ook ik houd van zoet. Maar gelukkig vind ik hartig nog lekkerder en kan ik mijn suikerlusten goed bedwingen. En dan komen er gasten. Die na een etentje een besluit verwachten. Laatst maakte ik me er eens niet vanaf met kaas gevolgd door een chocolaatje bij de koffie, maar wrochtte een heus dessert.
Abrikoosjes met dikke yoghurt en walnoten
Toetje voor 4 personen
Stuk of 30 gedroogde abrikozen
300 ml witte wijn
3 eetlepels suiker
100 g gepelde walnoten
25 g roomboter
minder dan een mespuntje zout
200 ml volle, niet-vloeibare Griekse yoghurt
Doe de abrikozen met de wijn en 2 eetlepels suiker in een pannetje, breng aan de pruttel en kook 3 minuten. Roer even zodat de suiker oplost. Draai het vuur uit en laat afgedekt een uurtje of langer staan; zet na voldoende afkoeling in de koelkast.
Hak de walnoten heel grof. Verhit een klein koekenpannetje met de walnoten en 1 eetlepel suiker. Schud de pan even, wacht tot de suiker smelt en let goed op: het is de bedoeling dat hij een beetje karamelliseert. Maar verbranden ligt op loer! Roer nog niet, want dat levert niks op. Voeg dan de boter en het priegelig beetje zout toe en haal het pannetje van het vuur. Nu moet er geroerd worden, gehusseld en klaar. Laat afkoelen.
Doe in elk diep bord een gulle lepel dikke Griekse yoghurt, verdeel er de abrikoosjes en wat sap over en bestrooi met de walnoten.