Ongecompliceerd slobberen, ontspannen lebberen, dat is uiterst aangenaam, vooral als het ongecompliceerde, ontspannen wijn betreft. Wie het lebberen nog niet beheerst: in de bouchons van Lyon kun je het leren. Dat zijn ongecompliceerde, ontspannen restaurantjes waar je met vreemden aan tafel eet, ‘elleboog aan elleboog’, en waar de fantastisch simpele happen op tafel komen. Het helpt als je van orgaanvlees houdt, pens, nieren, lever, en van dingen als kalfspootjes en varkenssnuit, maar het hoeft niet; de heel langzaam gebraden kalfsborst van Chez Paul was ook verschrikkelijk lekker, een paar jaar terug.
In die bouchons drink je Beaujolais. Uiteraard. De streek grenst immers bijna aan de stad. En dan geen Beaujolais Primeur, maar gewone. Die naar wijn smaakt in plaats van naar limonade. Zoals de Beaujolais ‘Natural’ 2009 van de Cave de Bel-Air. Geen idee waarom hij Natural heet. Biologisch is hij niet, en er wordt niet eens gerept van lutte raisonnée of andere termen waarmee de Fransen aangeven dat ze Goed Bezig zijn in de wijngaard. Misschien omdat hij natuurlijk smaakt? Want dat doet hij. Sappig en oprecht, met klotsende kersen en een vleugje citrus. Zulke Beaujolais is rood, maar dat is maar de kleur – hij is licht als witte wijn. Koelen, dat moet je hem, een beetje of zelfs flink. En nooit maar één fles kopen, hè. Dat slobbert niet genoeg.
Beaujolais ‘Natural’ 2009, Cave de Bel-Air, € 4,29 bij DirckIII.