In de bus erheen begon Johannes van Dam de pr-dame van Tilda al omstandig uit te leggen dat ze het op de Nederlandse markt he-le-maal fout deden. Jasmijnrijst is bij ons pandanrijst, dus of ze de verpakkingen maar wilden aanpassen. We waren van Londen op weg naar een eenzame fabriek in de moerassen langs de monding van de Theems, een rijstpellerij waar het prestigieuze rijstmerk Tilda de korreltjes sleep. Het was in de tijd dat Van Dam zich nog verplaatste, dus meer dan twintig jaar geleden, maar brommerig verbeteren was al zijn handelsmerk. Hij had gelijk trouwens, de Engelse jasmin rice is onze pandan, vooral afkomstig uit Thailand, geurig en iets plakkerig. Maar de trots van Tilda is de basmati uit India. Zeer lange korrel, donzige textuur en juist niet kleverig. De Indiase en Pakistaanse community in Groot-Brittannië zweert erbij en heeft ingewikkelde methoden en rituelen om hem zo delicaat mogelijk op tafel te krijgen. Wat mij vreemd voorkomt naast de overdonderend kruidige en pittige gerechten die er gebruikelijk bij komen. Men at vroeger vast meer rijst bij minder gerecht.

Om de basmati eens goed tot zijn recht te laten komen verzon ik een niet al te woest gerecht met een Hollandse toets: curry van kapucijners.

 

Kapucijnercurry met basmatirijst

Voor 2 personen

 

1 theekop vol basmatirijst

1 rode puntpaprika, in dunne reepjes

2 rode uien, fijngesnipperd

1 teen knoflook, gehakt

1 gedroogd pepertje, gehakt

3 eetlepels olie

150 g diepvries bladspinazie

2 theelepels kurkuma

100 ml kokosmelk

250 g gare kapucijners, zelf geweekt en gekookt, anders blik

3 eetlepels nam-pla

 

Basmati, zo leerde ik, wordt het delicaatst als je hem eerst een poosje weekt, net als peulvruchten. Dus zet ze 20 minuten of wat langer in ruim koud water.

Fruit de paprika, ui en de knoflook met het pepertje in de olie tot de knoflook kleurt en geurt. Voeg de spinazie, kurkuma en de kokosmelk toe en kook zachtjes tot alles ontdooid is. Doe er de kapucijners bij en net zoveel van hun kookvocht om het curryachtig te maken. Warm goed door en breng op smaak met nam-pla en zout en misschien een snuf suiker.

Giet de rijst af in een vergiet en doe terug in de pan met precies twee keer het volume aan water – twee theekoppen dus. Doe er zout bij en kook zachtjes 8 minuten. Laat daarna nog 5 minuten doorstomen zonder vuur, afgedekt uiteraard, en roer ten slotte los met een vork.