Sommige mensen gaan taartend door het leven. Cakend. Koekend. Ik heb een culicollega die elke dag wel iets zoets bakt, daarvan snoept bij de thee of na het eten en vervolgens helemaal slank blijft. Haar rode jurken van vijftien jaar geleden passen nog altijd.

Zij is een uitzondering. Nou ja, niet dat ik het op mezelf getest heb. Dat bakken gebeurt in mijn huis niet, gewoon doordat ik door de dag heen toch vooral met letters bezig ben, lezend op internet en in boeken en kranten. Maar de ware reden is natuurlijk dat ik niet opgewonden raak door de zoete gedachte. Ik koop geen zoet, ik maak geen zoet, zolang er geen gasten komen. Dat is in deze obese tijden net zo’n cadeautje van de kosmos als het uitzonderlijke metabolisme van mijn collega. Onlangs echter organiseerde ik een schrijfworkshop bij mij thuis en bedacht ik dat het reuze culinair zou overkomen als ik een taart bakte. Dat doen mijn graagbakkende collega’s voor elk zakelijk wissewasje, begrijp ik. Die brengen zelfgebakken koekjes mee als ze ergens op bezoek gaan, een lezing geven, bij hun uitgever komen klagen. En ze verkopen ook meer boeken dan ik, dus om de schikgodinnen gunstig te stemmen haalde ik mijn oude recept voor appeltaart uit de la. Een zelfontwikkeld recept voor een taart die niet te zoet en vooral gaar moet zijn, niet zo zompig en kledderig als je wel tegenkomt.

 

Appeltaart

8-12 punten

 

450 gram bloem

150 gram lichte basterdsuiker

300 gram koude boter, in kleine blokjes

mespunt zout

1,2 kg goudrenetten

1 ei

75 gram kristalsuiker

kaneel

 

Verwarm de heteluchtoven voor op 160 graden (gasovens 175). Scheid het ei. Doe de bloem, basterdsuiker, boter, het zout en het eiwit in een keukenmachine en draai tot deeg. Houd een kluitje van zo’n 200 gram achter en bekleed met de rest een springvorm van 24 cm. Maak de randen lekker hoog. Zet de vorm in de koelkast. Schil de appels, verwijder zorgvuldig de klokhuizen en snijd de appels in kleine stukjes. Meng met de kristalsuiker en als je wilt een vleug kaneel. Haal de vorm weer uit de koelkast en vul het deeg met de appel. Druk een beetje aan. Fabriek van het kluitje repen en vorm er een ruitjespatroon mee op de bovenkant van de taart. Roer de eidooier los met 2 eetlepels water en kwast er alle zichtbare delen van het deeg mee in. Bak de taart 1 uur.