Kijk ze daar nou toch eens liggen. Slakken, heerlijke slakken, gekiekt in het bergrestaurant Poldo waar ik ook die kabeljauw at waarvan ik het recept woensdag gaf. Cargols a la gormanta heten ze, ‘van de lekkerbek’, in een saus met wat tomaat, ui, ham, groene chilipeper (bitxo) en natuurlijk veel knoflook. Zo moet het nu, slakken op zijn Catalaans eten, met een satéprikkertje om ze uit hun huisjes te pulken. Huisjes waar ze trouwens nog niet uit waren geweest. Daarmee is het recept dus wezenlijk anders dat dat voor de escargots à la bourguignonne. Dat zouden trouwens wijngaardslakken moeten zijn – al zie je die Helix pomata nog maar weinig, en in Nederland is die soort zelfs beschermd – terwijl de Catalanen de kleinere Helix aspera eten. Net als inmiddels de meerderheid van de Fransen.
In de Roussillon, het Franse gedeelte van Catalonië, at ik een keer eerder cargols, maar dat een uiterst dubieus genoegen. Kleine slakjes werden daar gegrild, maar bleken nog vreselijk slijmerig toen ze op tafel kwamen. Manmoedig heb ik er een paar weggewerkt met de bijgeleverde all i oli, maar toen moest ik opgeven. Nee, dan deze. Ik denk dat ik ook maar een gormant word. Of was ik dat al?