Een prentje dat ik in Budapest maakte van paprika’s, pepers eigenlijk (je weet dat dat dezelfde plant is). Paprika is wat de Hongaarse keuken kenmerkt. Midden in de zee van het vaak wel erg grondstoffelijk gekook van Oost-Europa springt Hongarije eruit, mede door het gulle gebruik van de Capsicum annuum. En dan moet je bedenken dat paprika’s weliswaar ook vers worden gebruikt, maar nog veel meer gedroogd. Er zijn allerlei verschillende soorten. In afdalende orde van scherpte zijn dat különleges (speciaal), csípösségmentes (mild), csemege (delicaat), édes-nemes (edelzoet), félédes (halfzoet), rózsa (rozenrood) en erös (scherp). De voorlaatste, meestal ‘rozenpaprika’ genoemd, is de meest algemene wanneer een gerecht pit moet krijgen. Wie helemaal in het Hongaarse wil duiken vanuit de Hollandse luie stoel, moet maar eens kijken op de site van Atilla Szunomar. Op mijn pagina aanbevolen staat een link; morgen in de Volkskeuken en hier een recept.