‘What the world needs now, is love, sweet love.’ Dat zong Jacky Deshannon in 1965. Geldt nog altijd natuurlijk. Maar opschieten doet het niet. Nee, ik denk dat daun djeroek wel eens behoorlijk zou kunnen helpen. Limoenblad, precies. Verfrommel zo’n blaadje maar eens onder je neus. Psychedelisch wil ik het effect niet noemen, verhelderend wel, levenbrengend, horizonverruimend, zorgwegblazend. Ik ben er helemaal aan verslingerd geraakt en heb inmiddels een stapeltje van zes of zeven of acht recepten die ik hier volkskokend zou willen aanprijzen en ik ben nog lang niet klaar. Om nou echter tot medio maart djeroek poeroet in mijn ingrediëntenlijstjes te fixeren is ook weer zoiets.
Eerst maar eens naar de toko. Daar koop je limoenblad diepgevroren; voor luttele euro’s heb je een pak waarmee zelfs ik maanden vooruit kan. Gedroogd moet je laten liggen, dat is niks. Bewaar in de vriezer voor momenten van zwakte en culinaire vastloperij.
Kip met kastanjes en limoenblad
Hoofdgerecht voor 4 personen
200 g gepelde, gare kastanjes
6 limoenblaadjes
4 kippenbouten of -karbonades
2 lepels olijfolie
25 g boter
200 ml crème fraîche
50 ml calvados of whisky
Kastanjes koop ik kant-en-klaar in glazen potten. Voor dit gerecht kunnen de vaker geziene vacuümgetrokken exemplaren ook. Zelf verse verwerken is bij mij immer een teleurstelling – te vaak rot, beschimmeld, uitgedroogd.
Vouw de limoenblaadjes dubbel en knip de hoofdnerf eruit. Leg de resterende helftjes op elkaar en snijd ze zo dun als je maar lukt. Knippen mag ook. Djeroek is stug, dus het aanstaande kauwgeluk is gebaat bij wat fröbelen.
Snijd de bouten op het gewricht in tweeën. Zout de kip liefst uren tevoren. Braad aan in de olie en boter tot de stukken een aardig kleurtje hebben. Schenk de calvados erbij, roer de crème fraîche en bijna al het limoenblad erdoor en sluit de pan. Laat op een zeer laag pitje 25 minuten sudderen.
Hak de kastanjes grof en voeg ze met het restje limoenblad bij de kip. Warm goed door en controleer op smaak. Misschien is er wat zwarte peper nodig, misschien wat zout. Wat de calorische ondersteuning betreft wil ik graag het oude, vertrouwde gekookte aardappeltje aanbevelen. Een vastkokertje, gewoon geschild, geen fratsen.
Dit is de nette versie. Wie woest wil, vervangt de crème fraîche door kokosroom. Dan is er wel weer wat limoensap nodig om het niet te zoet te laten worden. Plus chilipeper wellicht. En een fles stevig rood, voor ernaast.