Nasi goreng, daar kon mijn vader me vroeger heel blij mee maken. Hij kookte, en wel alle dagen. Dat hij zelfstandig was en aan huis werkte maakte dat mogelijk. Elke dag om een uur of vijf stopte hij en kon zich dan fileloos naar de kamer en de keuken verplaatsen voor een rondje culinaire ontspanning. Nasi goreng had hij op Sumatra leren kennen, waar hij van 1948 tot 1950 als dienstplichtig soldaat bij de geneeskundige dienst had gezeten. Dat weerhield hem er overigens niet van zakjes van Conimex te gebruiken. En ik goot op mijn bord nog een kwistig zoete ketjap over alles heen, strooide met seroendeng, dus kritisch beschouwd was het een zoet-zoute hatsekideehap met een lekker knisperig textuurtje bovenop. Ik mag appelmoeseters niets verwijten, wil ik maar zeggen.

Papa’s nasi bevatte flink varkensvlees. Lekker. Maar onlangs besloot ik eens te kijken hoe ik het zonder kon doen, en ook of er tussen de rijstkorrels niet wat meer groente te verstoppen was. Nou, dat kan. En authenticiteitsbewakers hebben niets te klagen, want nasi goreng is opgebakken rijst met iets erdoor, waarbij dat iets in principe alles kan zijn.

 

 

 

Nasi goreng met spruitjes en ei

Hoofdgerecht voor 4 personen

 

250 g gewone rijst

500 g spruitjes

3 eieren

2 eetlepels Thaise vissaus

5 eetlepels ketjap manis

4 eetlepels olie

1 ui, fijngesneden

3 tenen knoflook, gehakt

2 cm verse gember, fijngesneden

1 Spaanse peper, fijngesneden

1 eetlepel kurkuma

1 eetlepel gemalen komijn

1 eetlepel gemalen koriander

 

 

Idealiter maak je nasi goreng met overgebleven, afgekoelde rijst, maar die komt in mijn huishouden niet voor. Kortom: kook de rijst net aan gaar, spoel de hitte eraf met koud water en giet hem af.

Snijd de spruitjes in tweeën en kook ze in water met zout beetgaar in circa 4 minuten. Giet af.

Klop de eieren los met de vissaus, 1 eetlepel ketjap en wat zout.

Verhit een wok met de olie en fruit er de ui, gember, chilipeper en knoflook in tot knoflook kleurt en gaat geuren. Voeg de spruitjes toe en warm door. Schuif dat alles naar één kant (of haal tijdelijk uit de wok) en giet de eieren op de vrije plek. Laat al roerend en rubbelend stollen tot een kruimelig roerei. Voeg nu de rijst in porties toe en meng goed. Voeg de specerijen toe en nog een sliert ketjap en warm rustig even door.