Die geurende ham, die aromatische olie, ze voeren me regelrecht terug naar die februarimaand twee jaar geleden, toen ik huiverend door de sneeuw strompelde in Yegen, een bergdorp in de Alpujarras. Daar vrat ik me ongans aan een lam dat in brokjes werd geroosterd boven de sintels van een haardvuur, gewoon in de kroeg, daar zag ik hoe Pepe Muñoz de ibericohammen zout en laat rijpen. En dat allemaal door Cecile van Berkum, importeerster van Andalusisch eetgeluk, die me had uitgenodigd. Eergisteren waaide ze weer langs, in Koog aan de Zaan, om me iets nieuws te brengen: confitures, marmelades van groenten. Gemaakt door de lokale kaasvrouw uit haar dorp, die ‘eens wat anders wou’. Gekke, kekke jammetjes zijn het, van groene paprika, van ui met bosbessen, van wijn. Gek en kek, maar voor mij wat moeilijk, omdat ik niet zo veel doe met oprecht zoete dingen, en dat zijn deze confitures. De lekkerste vond ik dan ook die met een bittertje, als tegenwicht. Die van groene paprika is er zo een, maar echt ogenknipperend was die van gin-tonic. Gin-tonic!
Natuurlijk zijn dit geen smeersels voor op de boterham. Ze worden niet voor niets gemaakt door een kaasmaakster. Cecile maakt er zelf een optimistisch voorgerecht van, met little gems, gehakte amandelen, Pepes zinsbegoochelende ham en een straal van haar Oleum Extra Virgin van Duernas. Terecht. Oude schapenkaas fleurt er helemaal van op, net als sommige geitenkazen. En als we het dan nog even over olijfolie mogen hebben: die Oleum is een wonder. Ik zou mezelf er bijna glaasjes van inschenken.
Zo, genoeg geloftuit. Kijk vooral zelf op Ceciles site als de gastronomie van Zuid-Spanje je aanspreekt. Want ze heeft nog veel meer. Ga ik voor mezelf wat van die regañas – soort toastjes – met sobrasada – smeerbare chorizo – maken.
Op de foto: Cecile en schrijver dezes in liederlijke omstandigheden