Kijk, daar houd ik nu van: afwijkende wijn. Er is al zo godsgruwelijk veel mainstream in de wijnwereld. Correcte, smakelijke, nette, prettig drinkbare of zelfs best heel goede wijnen, uit verre en dichtbije streken, van vooral veel grote bedrijven, met merken of bekende namen. De supermarkten en wijnketens willen immers zekerheid, betrouwbare smaken die elk jaar opnieuw in orde zijn, met slechts kleine variaties in de jaren – het blijft wel wijn natuurlijk, geen sinas. Interessantere flessen komen daarom van wijnmakers die te klein zijn om de supermarktvolumes te leveren: je vindt ze bij kleinere importeurs.
De L’Atypic de Peybonhomme is een voor de Bordelais afwijkende wijn, omdat hij half om half bestaat uit cabernet franc en malbec, druiven die in de Côte de Blaye normaal een bescheiden, aanvullende rol vervullen. Hier zingen ze de biodymanische hoofdrol, donker kruidig geurend, knoestig van smaak, met achter het zwarte fruit een verrukkelijk minivleugje stink, grommend van welbehagen en goedgemutstheid. Komt van Château Peybonhomme les Tours, een stoer, diep in de historie gefundeerd kasteel waarvan de naam zou teruggaan op een stel Katharen – bons hommes – dat in de 13e eeuw de vervolging in de Languedoc ontvluchtte. Niet dat dat ook maar iets zegt over de wijn, maar klinkt het niet fantastisch?
L’Atypic de Peybonhomme 2010, € 10,50