Ze zijn toch een schitterende uitvinding, paprika’s? Die fantastisch fruitige krak tussen de tanden als ze rauw zijn, zoet bij geel, friszoet bij rood, volwassen bitter sappig bij groen. En laat er hitte op los, gaar ze, pof ze, bak ze en ze transformeren, ze harrypotteren in een gulle weelde, meegevend zoet, opwekkend en troostend en met dat nooit vervelende eigen karakter; zijn er paprika’s gebruikt, dan weet je dat, je zult ze nooit voor iets anders aanzien.
Ik heb ooit iemand horen beweren dat een Nederlander ze veredeld zou hebben. Subiet in de boeken gedoken, internet onveilig gemaakt, maar ik heb er niets over kunnen vinden. Het zou me echter niet verbazen. Kijk, paprika’s zijn pepers, planten van het geslacht Capsicum, en horen bij de chili’s, de jalapeños, de rawits en de madam janettes. Maar ergens in de eeuwen tussen Columbus en nu – chilipepers komen oorspronkelijk uit Amerika – heeft een teler ze zo gek gekregen om hun pittigheid af te zweren. De pepers als pepers kwamen in de 16e eeuw via Turkije, waar ze geweldig aansloegen, via Hongarije – toen Turks – naar Europa. In die landen doen ze niet aan flauwigheid, paprika’s zijn daar nog immer minstens een heel klein beetje pittig. Helemaal zoet lijkt mij wel iets voor brave Hollanders, Westlandse veredelaars uit het begin van de 20ste eeuw, of van tussen de wereldoorlogen. Aan de andere kant zijn paprika’s ook al lang populair in mediterrane dreven, in de ratatouilles, caponata’s en escalivada’s van Frankrijk, Italië en Spanje.
In Frankrijk behoort de poulet basquaise tot het ijzeren repertoire van huishoudens en bistrots: kip met rode en groene paprika, plus witte ui. Die kleuren vormen de Baskische vlag, maar ja, dat geldt voor een hele rits andere landen ook. Ik maakte het weer eens zelf, vorige week, en dat beviel opperbest. Hoewel, ik paste wel wat aan, nam kwartels in plaats van kip, gebruikte spekjes en liet de tomaat weg.
Kip of kwartel met paprika’s en spek
Voor 4 personen
4 kwartels of kippenbouten
5 eetlepels olijfolie
100 g reepjes gerookt spek
2 uien, in dikke halve plakken
2 tenen knoflook, gehakt
2 rode paprika’s, in repen
1 à 2 groene paprika’s, in repen
2 takken tijm
beetje witte wijn
Zout de kwartels of kippenbouten – de kwartels ook van binnen. Verhit de olie en bak er de vogels in aan, samen met het spek. Voeg de ui, knoflook en paprika toe, plus zout en tijm. Sluit de pan en bak op halfhoog vuur 5 minuten, daarna op een lagere vlam. Roer af en toe, draai de vogels, en voeg kleine drupjes wijn toe als er droogte dreigt. In totaal is 25 minuten genoeg. Breng op smaak met zwarte of chilipeper. Trek een fles Côtes du Rhône open en serveer.
4 reacties op “Recept kip met paprika”
De hongaarse paprika vind ik inderdaad veel meer smaak hebben dan de Nederlandse en Spaanse soorten. Helaas worden ze maar zelden aangeboden.
Onno weet jij misschien of Hongaarse gerookte knoflook lekkerder is dan de Franse?
Gerookte knoflook zou langer houdbaar zij dan gewone.
Hongaarse gerookte knoflook ken ik niet. Mijn ervaring met de Franse is dat hij uitstekend van kwaliteit is, maar dat alle rookaroma verdwijnt met het pellen. Binnenin is het gewoon goede knoflook.
Natuurlijk is er gerookt om de knoflook minder bederfelijk te maken. Maar dat werkt maar kort, hoor. Moderne koelhuistechnieken hebben dat roken allang ingehaald.