Het is bonentijd. Nou ja, ik vind het bonentijd. Eerlijk gezegd vind ik het het hele jaar door bonentijd, maar in de zomer gaat het meer om tuinbonen en verse erwtjes en zo en daar hoort de term ‘bonen’, met zo’n echte Hollandse ‘o’, niet bij. Nu is het grauw en kledderig buiten, de bomen staan half uitgekleed te hufteren als een stripteaser in een te koude nachtclub, en als ik de open haard aandoe, wat gezellig is, zuigt die de lucht zo vanuit de afzuigkap door de woonkamer zodat we heel terecht voor de sint kunnen zingen dat zelfs hier in huis de wind waait. Hij komt zaterdag al aan, trouwens. En ik wed dat hij van bonen houdt.
Van kikkererwten natuurlijk, omdat hij uit Spanje/Zuid-Italië/Anatolië afkomstig is. Maar ook van witte en bruine en zwarte en gespikkelde bonen. Die komen oorspronkelijk uit Amerika, maar dat weet inmiddels niemand meer. In Spanje eten ze er heel veel van, in favada en zo, met worst erbij. Hartverwarmend, maar ook met het imago van armeluisvoedsel. Dat hebben bonen overal. Ze groeien nu eenmaal te makkelijk, zodat ze goedkoop zijn en dat is fnuikend voor om het even wat. Onze sint trekt zich daar echter niks van aan. Hij is godzijdank geen echte bisschop, hij heeft nooit met zijn tengels aan de kinderen gezeten en die steen in zijn ring is nep. Zo iemand houdt van wat echt lekker is. Bonen. En nog zo wat. Laten we daarom vast in de ware sintgedachte een gulle maaltijdsoep maken met witte bonen, gedroogde cèpes, kool en spek.
De ware bonenman/vrouw weekt droge bonen een nacht in heel veel water, brengt ze daarna aan de kook (geen zout erbij!), schuimt af en kookt ze heel zachtjes gaar in ongeveer 1,5 uur. De rest neemt potten. Week de cèpes een kwartier in warm water. Fruit de ui glazig in wat olie. Voeg de uitgeknepen cèpes en het spek toe, bak 3 minuten. Doe de kool erbij en bak nog 5 minuten. Voeg de bonen en flink wat kookvocht toe, bij potbonen nog een halve liter water of meer. Laat zachtjes 10 minuten koken. Bak apart de rozemarijn en salie met de knoflook in olijfolie tot de knoflook kleurt. Roer voor het severen door de soep.
Maaltijdsoep met cèpes, kool en bonen
Voor 4 personen
300 gram gedroogde witte bonen of 3 potten van 400 ml
20 gram gedroogd eekhoornjesbrood (cèpes)
1 ui, grof gesneden
olijfolie
100 gram Zeeuws spek, in blokjes
1/2 groene kool, grof gesneden
blaadjes van 3 takken rozemarijn, fijngesneden
blaadjes van 2 takken salie, fijngesneden
4 tenen knoflook, fijngehakt