Kruiden, ik weet nog dat dat magische dingen waren. Negentien jaren was ik, twintig, zoiets, en ik liefhebberde aan het fornuis. Daarnaast hing een houten rekje met potjes, en voor mij was de inhoud net zo mysterieus als waren het paddentongen, vleermuizenstaartjes en spinnenkloten geweest. Tijm snapte ik al wel, als ik het dekseltje opendraaide en eraan rook, was ik op een zongebakken helling in Zuid-Frankrijk. Rozemarijn bleek ook behoorlijk simpel: dat moest bij gebakken aardappelen. Wina Born waarschuwde dat het heel krachtig was en dat je er daarom terughoudend mee moest omgaan. Ja, geen wonder, al die kruiden waren gedroogd. Bij tijm en rozemarijn levert dat een intensivering op, een versterking van heb ik jou daar. Teer groen als peterselie en bieslook echter gaat roemloos ten onder, dat moet je niet gedroogd willen gebruiken, tenzij het je alleen om de groene spikkels gaat.
En dan was er het potje salie. Grijsgroene krinkeltjes met een aparte geur, waar nooit om werd gevraagd in een recept. Althans niet in ‘De Franse keuken’ van Marianne Piepenstock, en dat was mijn eerste houvast in het culinaire leven.
Het klopt: de Fransen gebruiken geen salie. Italianen wel. Tien jaar later woonde ik in de Chianti en daar ging het grijsgroen in allerlei gerechten, hoewel iedereen daar verse blaadjes gebruikte. Dikwijls wordt er boter mee geparfumeerd, gewoon door ze samen te verwarmen. Burro e salvia is een standaardcondiment, saus kun je het toch niet noemen, bij gevulde pasta, mits die pasta vegetarisch is. Als er dood beest in het spel is, wordt salie gecombineerd met varkensvlees en kalfsvlees, en minder vaak met lam, kip of rund. Italianen doen graag moeilijk.
Ja verdraaid, bedacht ik me opeens, er was een beetje malle stoofpot die ik vroeger wel maakte, met kalfsschenkel en rode wijn en heel veel salie. Dat moest herhaald. Erg simpel, erg lekker, maar je hebt wel tijd nodig. Suddertijd, dan.
Nodig is kalfsschenkel, maar dan zonder bot. Het wordt dus geen ossobuco. Kalfshieltjes zijn ook goed, of iets anders, als het maar heel veel gelatine bevat: je slager weet het.
Kalfsstoof met salie en rode wijn
Voor 4 personen
600 g kalfsschenkel zonder bot, in stukjes
2 tenen knoflook, geplet
5 eetlepels olijfolie
1/2 fles Chianti
20 verse blaadjes salie
Bak het vlees samen met de teentjes knoflook aan in wat olijfolie. Giet er dan de wijn bij tot het bijna onder staat en voeg de salie en zout toe. Smoor 2,5 uur, misschien 3, tot het gaar is. Klaar! De saus zal enigszins gebonden zijn doordat het vlees gelatinerijk is. Eet er brood of patate lesse, gekookte aardappels, bij.
3 reacties op “Recept stoofpot met salie”
Hallo Onno,
Voor een paar weken ben ik een verdwaald recept van jou tegengekomen. Het is ook van een hele tijd geleden. Pasta con la verza. Wat ik er nu bij het herlezen zo interessant aan vond is het dispuut dat je destijds had met je groenteman op de Amsterdamse Haarlemmerdijk over savooienkool en groene kool. Ook ik heb altijd het verschil hiertussen verwarrend gevonden. Vooral de kool die ik ken onder de naam spitskool en die ik lekkerder vind dan de groene savooienkool (minder bitter) en in geen eeuwen meer ben tegengekomen blijkt na google geraadpleegd te hebben ook savooienkool te zijn.
Zo zie je maar dat ik n.a.v. van jou recept weer wat wijzer ben geworden wat betreft savooienkool.
Dit n.a.v. je recept van vandaag van vroeger.
Mag ik wel het bottige deel meek laten trekken en dan het merg op een toostje lekker alleen in de keuken opeten,
Daar heb je mijn toestemming toch niet voor nodig? 🙂